Hoe richt jij je aandacht?
In onze programma’s komen we het veel tegen als we medewerkers de vaardigheden van energiemanagement leren: een gebrek aan focus door te veel afleiding. Het lijkt vaak onschuldig, maar ongemerkt neemt het een groot deel van onze tijd in beslag: volgens onderzoekers aan de University of California worden we iedere zes tot twaalf minuten afgeleid van ons werk. Het effect van die afleiding is behoorlijk groot; als je eenmaal bent afgeleid kan het tot wel 20 minuten duren voordat je weer in diepe concentratie terug bent. Dit maakt je minder productief én kost ook nog eens behoorlijk veel energie. Hoe zorg je voor meer focus?
Afleiding
Afleiding wordt vaak ingegeven door externe factoren – een telefoontje, een app bericht, of een collega die iets komt vragen – maar het effect van de afleiding wordt vaak vele malen groter door het interne proces dat vervolgens op gang komt. De volgende situatie is misschien herkenbaar: je zit middenin een presentatie, en weet even niet meer wat het volgende onderwerp in je verhaal is. Blijf je daarin hangen, dan verlies je je aandacht. Ga je je vervolgens afvragen waarom je nou niet meer goed in je verhaal kunt komen, drijft je aandacht verder weg, en wordt het steeds moeilijker om je op je taak te focussen: een goed verhaal vertellen aan je publiek. Het gaat er dus om dat je in het hier en nu kunt zijn én blijven. En daarin kun je jezelf trainen.
Aandachtscirkels
Interessant in dit licht zijn de aandachtscirkels van de Duitse hoogleraar en Sportpsycholoog Eberspächer. Dit model beschrijft de verschillende fases van afleiding. Elke fase staat symbool voor de hoeveelheid aandacht die je voor je taak hebt. Hoe dichter bij het centrum, hoe beter je concentratie. Hoe verder de fase van het centrum af, hoe meer afgeleid je bent.
- Zit je in de binnenste cirkel, dan ben je 100% gefocust op je taak, bijvoorbeeld het voeren van een verkoopgesprek. In deze toestand ben je volledig in het hier en nu. Hier wil je zijn én blijven!
- Er komt afleiding; bijvoorbeeld een onverwachte vraag. Of een geluid uit je omgeving, of je eigen gedachtes en gevoelens. Dan zit je in cirkel 2, en ben je afgeleid van je taak.
- Vervolgens richt je je aandacht op die afleiding: “Wat stom dat ik het antwoord op die vraag niet weet”. Dan zit je in cirkel 3: je maakt onderscheid tussen hoe het gaat, en hoe het zou moeten gaan. De conclusie die je daaraan verbindt kan zowel positief als negatief zijn, maar in beide gevallen ben je afgeleid.
- Als de conclusie negatief is, dan kan dat voor frustratie zorgen: “Shit, straks verlies ik deze klant.” Je zit in cirkel 4 en die gaat over succes en falen. Je gaat nadenken over het eindresultaat in plaats van dat je in het moment met je taak bezig bent.
- Als je vervolgens gaat nadenken over de gevolgen van dat eindresultaat, dan zit je in cirkel 5. Bijvoorbeeld: “Als ik deze klant verlies, dan krijg ik die promotie niet.”
- Ga je dit vervolgens ook nog in een groter perspectief plaatsen: “Wat heeft dit gesprek eigenlijk voor zin?” of: “Ik ben eigenlijk helemaal niet geschikt voor deze baan” dan zit je in de buitenste cirkel 6. Je bent helemaal afgehaakt. En dat is precies de plek waar je niet terecht wil komen.
Welke taak of activiteit je ook aan het doen bent, op je werk of in privé situaties, er komen altijd momenten van afleiding. Je kunt dan vanuit cirkel 2 in cirkel 3 komen en zomaar “wegglijden”. Door je bewust te zijn van deze cirkels van aandacht, kun je ingrijpen. Ga af en toe na in welke cirkel je je op een specifiek moment begeeft. Soms is het prima om even volledig weg te dromen, maar je presteert het best als je geconcentreerd bent en je aandacht niet wordt afgeleid van het hoofddoel.
Train je brein
Op het moment van de vraag die je niet goed kon beantwoorden kun je kiezen: blijf je je aandacht daarop richten, en laat je je verder in de afleiding trekken? Of kun je het opmerken, parkeren, en je aandacht weer richten op je taak? Hoe vaker je bewust bent van dit proces, hoe makkelijker het wordt om deze keuze op tijd te maken. Op deze manier train je je brein om beter te concentreren, waardoor je scherper bent en meer gedaan krijgt. Bovendien kost deze manier van werken je veel minder energie, waardoor je je aan het einde van een werkdag fitter en energieker voelt!